maandag 16 mei 2016

Canicross: blessures voorkomen



Canicrossen: hoe voorkom je blessures?

Regelmatig komen op facebook foto’s voorbij van dikke blauw/paars gekleurde enkels en lezen we verhalen over knieën, kuiten en hamstrings waarmee mensen  tijdelijk of zelfs permanent in de lappenmand zitten. Blessures helemaal voorkomen is een illusie maar er valt wel het een en ander aan te doen, zowel preventief als om het herstel te versnellen. Hieronder volgen wat tips:

1.      Als je nog geen hardloopervaring hebt, is het verstandig eerst een ‘start-to-run’ cursus te volgen. Deze worden overal in Nederland regelmatig georganiseerd en je leert er hoe je op een verantwoorde manier van 0 naar 5 km kunt opbouwen.
2.      Ben je al wat ouder of heb je jarenlang niet gesport dan is het aan te raden eerst een uitgebreide sportkeuring te doen bij een SMA.
3.      Doe altijd een warming-up (zonder hond) zodat je spieren goed geactiveerd zijn voordat je met een trekkende hond in hoog tempo wegvliegt. Bijvoorbeeld: rustig 10 minuten inlopen gevolgd door loopscholing zoals tripplings, skippings/knieheffen, hakken billen/hielaanslagen, zijwaarts lopen en enkele korte versnellingen die je steeds wat harder doet. Spieren (statisch) rekken is geen goed idee omdat je hiermee de spanning weghaalt die je juist nodig hebt om snel te kunnen starten. Dynamisch (licht verend) rekken kun je vooraf wel doen en statisch rekken is na afloop weer goed om de spieren op lengte te brengen (vooraf alleen als een spier teveel op spanning staat en niet te kort voor de start).
4.      Zorg dat je goede schoenen hebt. Dat is niet zo makkelijk omdat je voor canicross een goede trailschoen met veel profiel nodig hebt om niet uit te glijden in de modder. De beste trailschoenen met veel profiel worden ook wel fell-schoenen genoemd naar de Britse Fell races waar de modder enkeldiep op de heuvels ligt. Deze schoenen (bijvoorbeeld de Inov-8 212 en Asics Runnegade) bieden enorm veel grip maar veel minder steun en demping dan een traditionele hardloopschoen voor op de weg. Ga hier nooit meteen een wedstrijd op lopen maar bouw het rustig op met een aantal minuten per keer of wandel er eerst flink wat kilometers op. Reageren je voeten of kuiten met pijntjes, overweeg dan een langere inloopperiode in combinatie met versterkende oefeningen voor je voeten of laat een (lichte) steunzool aanmeten om het gebrek aan steun te compenseren.
5.      Wissel regelmatig van schoen en loop de ene training met wat meer demping en steun, de andere op een meer minimalistische schoen om eenzijdige belasting te voorkomen. Zorg dat je voor verschillende typen ondergrond verschillende schoenen hebt en investeer vaker in een nieuw paar schoenen met net iets andere eigenschappen. Je komt er dan vanzelf achter welke schoen het best bij jouw loopstijl en de verschillende parcoursen past.
6.      Canicrossen vergt veel van je spieren en gewrichten, zeker als je een sterke hond hebt. Door  je spieren te versterken verminder je ook de belasting op je gewrichten. Je kunt in een sportschool met apparaten en gewichten aan de slag gaan, bootcamp-lessen volgen of op internet zoeken naar oefeningen die je thuis kunt doen met je eigen gewicht, een paar halters, een fitnesselastiek, een fitnessbal en een wiebelplankje  of BOSU-bal. Concentreer je op de spieren rond je romp (buik, rug, heup, billen), je bovenbenen, je kuiten en je voeten.
7.      Als je het gevoel hebt dat je de eerste 400 meter of zo alleen maar loopt te remmen en je voeten ongecontroleerde klappen maken, is je hond waarschijnlijk zo sterk dat jouw lichaam en loopstijl dat niet aankunnen. Een enkele wedstrijd zal meestal niet direct tot blessures leiden (wel tot flink wat spierpijn) maar teveel en te vaak zo lopen vormt een risico voor bijvoorbeeld je knieën en enkels. Voor trainingen kun je het best op zoek gaan naar een parcours waar je de eerste honderd(en) meters omhoog loopt. De belasting is daarbij een stuk minder heftig dan wanneer je vlak loopt of omlaag en je hond is zijn energie wat sneller kwijt waarna je de rest van de training meer controle over het tempo hebt. Bij (steil) omlaag lopen is het handig als je hond leert om niet te trekken, commando’s als Volg, Achter en Rustig zijn erg nuttig.
8.      Bij steeds opnieuw geblesseerd raken kan het drastisch aanpakken van je loopstijl een oplossing zijn. Raadpleeg een looptrainer, laat je looptechniek analyseren en werk net zo lang aan de verbeterpunten tot je een minder belastende loopstijl hebt ontwikkeld.
9.      Als er boomwortels, kuilen, stenen en andere zwikobjecten in het parcours zitten is het altijd verstandig om preventief je enkels in te tapen of een enkelbrace te dragen. Braces hebben als nadeel dat ze duur zijn, dat je meestal een maat groter nodig hebt voor je schoenen en dat je er blaren van kunt krijgen. Een rolletje sporttape aanschaffen is eenvoudiger maar koop wel goede kwaliteit sporttape (bijvoorbeeld Leukotape Classic) want de goedkoopste soorten zijn meestal niet sterk genoeg. Het is niet de bedoeling de enkels volledig vast te zetten met tape, je voet moet nog een normale voetafwikkeling kunnen maken en alleen het omklappen naar buiten en schuin naar voren moet worden tegengehouden. De tape hoeft dit niet volledig op te vangen maar werkt ook als een waarschuwing zodat je spieren zich op tijd aanspannen om erger te voorkomen. Voor een goede tapemethode kun je de eerste keer naar een sportfysiotherapeut gaan en daarna zelf de tape aanbrengen.
10.   Als je erg veel/vaak last hebt van spierpijn na wedstrijden en trainingen kun je overwegen compressiekleding te dragen. Compressiekousen of -tubes verminderen de schokken in je kuiten en verbeteren de doorbloeding, ze werken niet voor iedereen maar als je veel last hebt van stijve kuiten zijn ze het proberen zeker waard. Compressietights bieden hetzelfde effect voor de bovenbenen maar zijn lastig in de ideale maat te vinden.
11.   Een sportmasseur kan hulp bieden als spierpijn erg heftig of hardnekkig is en ervoor zorgen dat je eerder van je stijve spieren bent verlost. Doe-het-zelvers kunnen met een foamroller aan de slag gaan.
12.   Rust houden lijkt soms de beste oplossing als je pijn hebt maar bewegen is (bijna) altijd beter. Alternatieve trainingen werken uitstekend om stijve spieren sneller soepel te krijgen. Denk aan wandelen, fietsen, roeien, zwemmen, aquajoggen en allerlei cardioapparaten bij de sportschool: allemaal goed voor de doorbloeding van je spieren en voor je conditie.
13.   Als pijntjes niet over gaan of juist steeds erger worden, is het verstandig om een fysiotherapeut of sportarts te raadplegen en niet te lang met een probleem door te lopen. Start zeker niet in een wedstrijd als je ’s morgens de trap niet af kunt door een pijnlijke achillespees, als je kuiten op springen lijken te staan of als je hamstrings zo strak staan dat je ze bij elke versnelling voelt.
14.   Heb je last van je rug na het canicrossen kijk dan eens of je heupgordel niet te hoog zit. Stel je heupgordel zo af dat je de trekkracht van je hond niet op je onderrug maar meer op je billen voelt. Als dat niet lukt moet je misschien op zoek naar een ander type heupgordel.
15.   Zorg dat je bij een pauze en voor de start altijd je hand aan de lijn houdt zodat je bij een spontane start van je hond geen ruk in je rug krijgt. Let daar ook goed op bij kinderen.
16.   Vergeet na de wedstrijd de cooling-down  niet, ga rustig uitlopen en doe daarna voorzichtig wat rekoefingen om je spieren weer op lengte te brengen. Neem kort na de wedstrijd en na een zware training  voldoende te drinken en zorg dat je binnen een uur wat eiwitten en koolhydraten neemt om je herstel te bevorderen. Dat kan met professionele sportdrank, energierepen en een eiwitreep of –shake maar ook gewoon met water, een bak yoghurt met muesli en een banaan.
17.   Luister altijd goed naar je lichaam, bouw de belasting rustig op, doe op tijd rustig aan en stop even met canicrossen als een pijntje maar niet overgaat. Wees voorzichtig met pijnstillers en loop daar geen trainingen of wedstrijden mee. Door de pijn te onderdrukken, schakelen ze je gevoel uit zodat je makkelijk iets stuk loopt. Voor de meeste ontstekingsremmers geldt bovendien dat er gezondheidsrisico’s en nare bijwerkingen aan verbonden zijn.
18.   Bij acute verrekkingen en bij kneuzingen na valpartijen of botsingen is snel koelen met ijs en insmeren met Arnica goed om bloeduitstortingen te minimaliseren en het herstel te versnellen. Leg je been/voet hoog en laat eventueel een drukverband aanleggen om de zwelling te beperken.
19.   Als je geblesseerd bent wil je soms niet zien hoe anderen lekker aan het sporten zijn maar je kunt bij de canicrosswedstrijden als vrijwilliger erg nuttig zijn en toch een heel leuke dag beleven. Kom gezellig helpen, aanmoedigen of foto’s maken.
20.   Blijft een blessure ondanks alle mogelijke behandelingen en oefeningen hardnekkig opspelen en krijg je de diagnose chronisch of hopeloos te horen dan kun je het opgeven en een andere sport kiezen, misschien is bikejöring of steppen een optie. Vaak is er echter wel een oplossing om van je klachten af te komen:
·        Bij een hardnekkige  rug-, heup-, lies- of hamstringklacht kan een manueel therapeut of orthomanueel arts soms helpen om een dieper liggende oorzaak aan te pakken.
·        Bij een kuit-, scheenbeen-, achillespees-, of hielspoor/peesplaatblessure kunnen triggerpointmassage, dry needling, shockwave, een nachtspalk (Strassburg sock) en medical taping succesvol zijn. Verder kun je de trapoefening proberen (zie www.runnersweb.nl/training/looptips/de-beste-oefening-voor-achillespees.htm en bouw op naar 180 herhalingen per dag) en/of wandelen op een loopband met een hellingshoek van 15%. Allebei goed om de kuitspieren te trainen en op lengte te krijgen. Houd er rekening mee dat je door veel te fietsen als alternatieve training je kuitspieren anders traint waardoor ze juist wat kunnen verkorten.
·        Zoek op internet alles op over je blessure en probeer dit ook in het Engels, soms vind je zo tips en oplossingen van anderen die door dezelfde blessure geplaagd worden.

donderdag 22 januari 2015

Hoe overleef ik de Trophée des Montagnes?

We hebben 5 keer aan de TDM meegedaan en dat ‘overleven’ en vooral heel blijven is nog steeds doel nr. 1. Dat we ook heel hard ons best doen voor een goede klassering spreekt voor zich. Onderaan staan de links naar de verslagen van onze eerste 2 edities om een beeld te geven van wat je allemaal kunt verwachten. Hier volgt voor degenen die voor het eerst meedoen een lijstje van de belangrijkste dingen die je mee moet nemen en waar je in de Alpen rekening mee moet houden:

Training: veel in de bergen trainen zou het beste advies zijn maar dat is in Nederland niet mogelijk, tenzij je in Limburg woont. Als alternatief kun je de steilste heuvels opzoeken die je kunt vinden en die regelmatig zo snel/vaak op en neer lopen tot je het gevoel krijgt dat je moet wandelen. Dat gevoel heb je in de TDM bijna in elke klim. Als je een loopband tot je beschikking hebt stel je die in op een hellingshoek van minstens 15% en wandel je met een snelheid van 5 of 6 km/u en als je dat redt af en toe een stukje hardlopend in 8 of 9 km/u, dat komt aardig in de buurt. Met je hond zoek je het best een steil en smal paadje op en probeer je bij het omlaag lopen de hond het commando ‘Achter’ aan te leren. In de praktijk zijn veel honden dit echter vergeten of ineens doof zodra ze tijdens een wedstrijd een berg aflopen.

Medische verklaring: voor alle wedstrijden in Frankrijk heb je als buitenlander een medische verklaring van je huisarts nodig. Hierin verklaart deze dat er geen contra-indicatie bestaat tegen hardlopen in competitieverband. Bij de Fransen (en Italianen) is dit al opgenomen in de wedstrijdlicentie die pas wordt verstrekt nadat hun arts een jaarlijks onderzoek heeft gedaan. Er wordt meestal niet naar gevraagd en veel Franse organisatoren geloven dat een CCNL-licentie ook geldig is maar volgens de Franse wetgeving is dat niet het geval. Even langs de huisarts dus met dit formulier: http://canicrossnederland.nl/images/Wedstrijd/AAA/CERTIFICAT-MEDICAL-type.pdf

Schoenen: de parcoursen zijn heel gevarieerd en kunnen alle typen ondergrond bevatten zoals modder, stenen, gras, asfalt, trappen, bruggetjes en stroompjes. Sneeuw hebben we nog niet meegemaakt maar behoort wel tot de mogelijkheden. Omdat het ook nog eens vrijwel altijd steil omhoog of omlaag gaat, hebben je voeten en enkels het zwaar te verduren en zijn goede schoenen erg belangrijk. We hebben het meestal met 1 paar schoenen kunnen redden maar wisselschoenen kunnen erg prettig zijn bij blaren, blauwe nagels of stijve kuiten en achillespezen. Ideaal is 1 schoen met superveel profiel voor gladde modderparcoursen als het geregend heeft, 1 schoen met wat minder profiel en meer demping en steun voor droge rondes met lange afdalingen over harde ondergrond en 1 schoen die wat meer ruimte biedt voor de tenen, voor een brace (zie preventie) of als je voet dik ingezwachteld is vanwege een verzwikking.

Kleding: houd rekening met alle weersomstandigheden die je in de bergen kunt tegenkomen, van heel koud tot heel warm. Wij hebben alles tussen de 4 en de 30 graden meegemaakt zodat je de ene dag in het wedstrijdsingletje loopt te zweten en de andere dag na de wedstrijd met 3 lagen thermokleding en een winterjas nog loopt te rillen. Als het regent is het meteen ook erg koud en soms regent het een paar dagen achter elkaar en zit je op de camping met een snel groeiende berg aan natte kleren die pas weer droog worden als de zon gaat schijnen.

Blessurepreventie: het grootste risico lopen je enkels, niet alleen door wat je tijdens de afdalingen tegenkomt aan boomwortels, losse keien en gaten onder het gras, maar vooral door de vermoeidheid die na een paar dagen wedstrijden optreedt. Je reacties worden minder scherp en je spieren stijver. Als je je hond hebt geleerd netjes achter je te lopen tijdens steile afdalingen, is het risico op een verzwikking al een stuk minder. Een hond die voor je loopt neemt het zicht weg op de obstakels en als hij ook nog trekt komt je voet vaak anders terecht dan je zelf had gepland, soms net op die boomwortel die je ook nog eens te laat zag. Wij lopen eigenlijk alle etappes met ingetapete enkels (behalve de klimetappe) maar er zijn ook veel mensen die voor braces kiezen. Als je nog geen braces hebt, is het verstandig die bijtijds aan te schaffen omdat je mogelijk nieuwe schoenen nodig hebt in een maat groter vanwege de ruimte die de braces innemen. Houd er wel rekening mee dat je braces na een paar wedstrijden voor blaren kunnen zorgen zodat je mogelijk alsnog op tape moet overschakelen.

Wie kiest voor tapen doet er goed aan vast thuis te oefenen of een fysiotherapeut te vragen hoe je op de juiste manier een tape aanlegt (met voldoende bewegingsvrijheid). Met 1 of 2 rolletjes tape red je het niet, 6 rollen gaan er makkelijk in 9 dagen doorheen en wat je overhoudt kun je bewaren voor de volgende keer. Sporttape is ook uitstekend geschikt om (beginnende) blaren te beschermen, beter en goedkoper dan Compeed e.d. De beste tape (volgens ons dan) is Leukotape Classic, plakt goed en is heel sterk. Ik gebruik Strappal-tape omdat ik anders na enige dagen irritatie krijg. Dit is een hypoallergene tape die wat minder sterk is maar prettiger voor je huid.

Hond: tijdens de wedstrijden is het grootste risico voor je hond oververhitting dus moet je er alles aan doen om je hond goed te koelen. Bij de start zijn altijd badjes, emmers, tuinslangen en/of natuurlijk water in de vorm van stroompjes aanwezig. Gebruik deze ook als het nog koud is omdat je in de schaduw start, even later loop je misschien in de volle zon 3 km achter elkaar te klimmen. Sla onderweg nooit een waterpost over, ook niet na een frisse afdaling in de schaduw. Maak je hond goed nat en neem daar de tijd voor maar laat hem niet teveel drinken. Als je een hond hebt die heel slecht tegen warmte kan, overweeg dan een waterrugzak (camelbak) en een spons mee te nemen.
 
Booties  kunnen van pas komen als de poten van je hond slecht tegen scherpe stenen en grind kunnen. We hebben ze nog nooit nodig gehad tijdens de wedstrijden maar ze gaan wel altijd mee. Voor kortharige honden zijn jasjes prettig als ze ’s nachts in de auto of in een tent slapen en de temperatuur naar 4 graden daalt. Ook als het regent zijn jasjes voor en na de wedstrijd voor onze (Spaanse) honden soms nodig.
 
Neem verder voldoende voer mee, goede brokken zijn in de dorpjes niet te krijgen en je moet naar Grenoble rijden voor de dichtstbijzijnde dierenwinkel. Voor honden die (op wedstrijddagen) slecht eten is het verstandig extra lekkere dingen mee te nemen die je door het gewone voer kunt mengen of als tussendoortje kunt geven. Zorg dat je hond geen overgewicht heeft omdat de kans op oververhitting daardoor groter is en het klimmen zwaarder (geldt ook voor de lopers) maar een magere hond die slecht eet loopt weer risico als hij nog meer gewicht verliest.

Piste: in Frankrijk roep je altijd ‘Piste’ als je wilt inhalen. Tijdens de TDM zijn de paadjes vaak zo smal dat het moeilijk (of levensgevaarlijk) is om te passeren. Wacht in zo’n geval tot er een plek komt waar het breed genoeg is om aan de kant te gaan. Andere nuttige Franse kreten: 

 A gauche (links) à droite (rechts), tout droit (rechtdoor), doucement (rustig), attention (pas op) en wat de Fransen tegen hun hond roepen: derrière (achter), devant (voor), au pied (volg). 

Materiaal kopen: ben je iets vergeten of dreigt je heupgordel voortijdig uit elkaar te vallen, dan kun je de eerste dag in Oz terecht bij een kraam van Gens de la Montagne waar je allerlei canicrossmateriaal kunt aanschaffen. Heb je te weinig kleding bij je, zijn je schoenen kapot of mis je iets anders op sportgebied dan kun je in Grenoble bij de Decathlon de meeste dingen vinden.

Hoofdlamp: voor de nachtetappe is een goede hoofdlamp erg belangrijk. De meeste Nederlanders die naar de TDM gaan hebben er al een omdat ze die voor de nachtwedstrijd in IJmuiden hebben aangeschaft. In IJmuiden kun je echter nog wel veilig lopen met een klein lampje van minder dan 100 lumen, in de bergen is dat niet verstandig. Voor degenen die snel en veilig willen afdalen is een lamp van 500 lumen of meer een goede keuze. Zo’n lamp heeft een groter energieverbruik en dus een grotere en zwaardere batterij die je liefst niet op je hoofd draagt maar op je arm/schouder of op je rug. Kijk naar een lamp met een losse oplaadbare accu of batterij, veel lumen en verschillende standen (zuinig, normaal en max). Dit type lamp kost bij de betere merken een paar honderd euro maar voor 40 euro heb je al een Chinees exemplaar met 1000 lumen. Onze lampen uit Hong Kong gaan al 5 jaar probleemloos mee. Zorg dat je nooit met de maximale lichtbundel in de ogen van je hond, een andere deelnemer of een vrijwilliger schijnt.

Start: de eerste start is meteen de heftigste die je op canicrossgebied kunt meemaken: 250-300 hysterisch blaffende honden op een skipiste, verdeeld over 6 (?) startgroepen die om de minuut van start gaan. Als jij of je hond nog nooit een groepsstart hebben meegemaakt, is het verstandig niet op de eerste rij te gaan staan maar de ruimte daarachter op te zoeken. Dan kun je rustig op gang komen zonder aanvaringen met om zich heen springende honden. Na 200 meter klimmen zijn de meeste honden een stuk rustiger en kun je de snellere starters gaan inhalen (als je daar de energie voor hebt). Het startvak betreed je via een poortje waar iemand staat die je naam op de startlijst afvinkt, klim dus niet ergens over het lint.

Op dag 2 wordt de startvolgorde bepaald op basis van de tijden van dag 1, de snelste vertrekt eerst met een tijdritstart om de 30 seconden. Door het grote aantal deelnemers zal er waarschijnlijk worden gekozen voor duo- of trio-starts waarbij de eerste 2 of 3 tegelijk vertrekken en 30 seconden later de volgende 2 of 3. Dit systeem werkt goed mits je wat rekening met elkaar houdt en soms even informeert wie graag voorop wil of juist niet. Dat voorkomt dat de honden zich vooral op elkaar richten. In de loop van de week wordt meestal 1 of 2 keer de startvolgorde omgedraaid zodat de langzaamste teams eerst vertrekken. Dit wordt soms vooraf aangekondigd maar komt ook wel eens als een last minute verrassing.

Prijzen/prijsuitreiking: als je bij de eerste 3 in je categorie eindigt moet je naar de prijsuitreiking die na de laatste wedstrijd in elk dorp wordt gehouden. Voor Oz is dit bijvoorbeeld na de kinderraces op de 2e dag. Dit betekent wel dat je ’s morgens na je eigen wedstrijd niet direct terug kunt naar de camping maar moet wachten of een extra keer op en neer moet rijden. Er staat/stond zelfs een tijdstraf op het niet verschijnen tijdens de prijsuitreiking maar of die ooit is toegepast betwijfelen we. Het komt elk jaar voor dat de podiums deels onbezet zijn omdat deelnemers ervoor kiezen lekker te gaan douchen op de camping of alvast naar het volgende dorp rijden om de beste stake-out plaatsen te bemachtigen. Uit respect voor de mensen die zich voor de wedstrijden inzetten en je concurrenten is het belangrijk om de prijsuitreiking niet te missen. De prijzen stellen meestal weinig voor, soms een beker of medaille maar meestal een petje, T-shirt of notitieblokje. Ze worden wel vaak uitgereikt door de burgemeester en het is natuurlijk wel zo leuk als er behalve de prijswinnaars ook nog wat supporters aanwezig zijn.

De prijsuitreiking aan het eind van de TDM is altijd een zware bevalling die uren duurt. Eerst worden de dagprijzen uitgereikt, vervolgens worden alle vrijwilligers in het zonnetje gezet, daarna worden alle podiums van het eindklassement beloond en ten slotte is er nog een grote verloting op basis van je startnummer. Het wordt uiteraard op prijs gesteld als hierbij zoveel mogelijk mensen aanwezig zijn maar voor 250 man is in de zaal waar dit tot nu toe plaatsvond geen plaats.

Spierpijn/herstel: wij nemen meestal een voorraad eiwitrepen mee om het herstel van de opgelopen spierschade (door het afdalen) na de wedstrijden zo snel mogelijk te stimuleren. Energierepen zijn ook handig als je na de wedstrijd snel iets wilt eten. Verder dragen we compressiekousen of –tubes en heb ik graag een compressietight aan. En pot Arnicagel gaat ook altijd mee en een flink aantal flessen cranberrysap voor de weerstand tegen infecties. Veel drinken is belangrijk, water en af en toe sportdrank om de mineralen op peil te houden als je veel zweet. 

Camping Allemont: alle Nederlanders zijn tot nu toe neergestreken op Camping Le Plan in Allemont, een hondvriendelijke camping met ruime plaatsen en een goede ligging. Er zijn mooie uitlaatrondes in de buurt te maken, het zwembad is vlak naast de camping en er zijn gratis tennisbanen zodat ook de niet-canicrossers zich kunnen vermaken. De mevrouw die de camping al jaren runt heeft wel te maken met de (vaste) campinggasten die minder blij zijn met de aanwezigheid van al die honden. Vorig jaar was ze nogal kwaad over een grote hoop voor 1 van de huurtenten. Wij hadden onze camper nog niet geparkeerd of ze kwam naar ons toe om die hoop te laten zien en ons te  vragen of wij alle Nederlanders wilden vragen geen honden los te laten. Heel belangrijk als we daar in de toekomst nog welkom willen zijn: voorkom overlast en laat de honden niet poepen/plassen op het terrein en zo min mogelijk blaffen. Uiteraard is het opruimen van alles ook buiten de camping van belang. Er zijn overigens meer campings in Allemont waar canicrossers welkom zijn.

Stake-out: je kunt er ook voor kiezen om tijdens de TDM gebruik te maken van de gratis stake-out mogelijkheden in de verschillende dorpen waar de wedstrijden plaatsvinden. Veel mensen met een camper reizen van het ene naar het andere dorp met het TDM-circus mee en als je op tijd bent kun je meestal nog wel een goede plek met elektriciteit vinden. Dit jaar wordt het weer drukker dus zullen de goede plekken eerder weg zijn en moeten meer mensen genoegen nemen met een eenvoudiger plek. Wij hebben voor de laatste etappes in Auris een aggregaat bij ons zodat we niet afhankelijk zijn van stroom en we de koelkast en ons espressoapparaat altijd kunnen gebruiken.

Assistentie: wat enorm helpt is het gezelschap van niet-canicrossers die kunnen helpen met allerlei dingen zoals kleding aannemen, boodschappen doen, koken, startlijsten bekijken, wasjes doen, pizza’s halen en alle andere dingen waar je zelf na 5 dagen wedstrijden niet meer de puf of de benen voor hebt. Wij lopen alle drie en weten hier alles van dus als je nog een plek in de auto hebt (die van ons is helaas vol) vraag dan een vriend/familielid om als supporter mee te gaan. Met lokkertjes als: "het is er zo leuk, altijd mooi weer, je kunt er prachtig wandelen en de Alpe d’Huez opfietsen" moet er wel iemand intrappen en heb je een assistent/groom/caddy zodat je zelf lekker kunt herstellen…

Verslagen:
TDM 2010
TDM 2011


Filmpjes van vorig jaar:
http://vimeo.com/103941727 (vooral tot het eind kijken)
http://vimeo.com/103916713 (laatste etappe met drone gefilmd)
https://www.youtube.com/watch?v=E7M_-JNVPjg&feature=youtu.be (wat er gebeurt als je ‘doucement’ en à gauche niet begrijpt en je hond niet achter loopt)




Canicross: wat is de beste heupgordel?



Tijdens de 9 jaar die we inmiddels al canicrossen hebben we een groot aantal verschillende heupgordels uitgeprobeerd en voor degenen die nog op zoek zijn naar het meest geschikte model volgt hier een overzicht.

Gordels zonder beenbandjes

Op deze foto uit onze beginperiode zie je de meest eenvoudige gordel, zonder beenbandjes. Dit type gordel wordt door verschillende merken geleverd, is goedkoop en vaak bij gewone dierenwinkels te koop als hulpmiddel om hands free te wandelen. Het grootste nadeel is dat de gordel in de onderrug trekt en dat kan bij een flink trekkende hond erg onprettig zijn en rugklachten veroorzaken. Op de foto is goed te zien dat dit meer een ruggordel is dan een heupgordel. Eigenlijk is deze gordel alleen geschikt voor mensen die een hond hebben die niet of nauwelijks trekt, mensen die een heel sterke rug hebben of dames die in een hardlooprokje willen canicrossen.

Gordels met beenbandjes:
Multifunction belt - Skijor belts and Musher belts

Zero DC
Zero DC Multi Function Belt: de hierboven afgebeelde gordel is eigenlijk meer bedoeld voor trektochten met je hond. Door middel van de beenbandjes blijft hij goed laag op de heupen/billen en voel je de trekkracht dus op de juiste plaats, alleen wel via een vrij smalle band wat bij een sterke hond niet erg comfortabel aanvoelt. De band lijkt redelijk breed maar in het brede gedeelte loopt een smalle band waaraan getrokken wordt. Sommige mensen hebben bij dit type last van het afzakken van de gordel tijdens het lopen. Het zakje is prettig voor sleutels en er past makkelijk een telefoon in. De overige dingen waarmee de gordel wordt geleverd zijn meer bedoeld voor wandeltochten en bewegen bij het canicrossen teveel op en neer zodat je ze er al snel afhaalt. Deze gordel is een aanrader voor mensen die een niet te sterke hond hebben en een betaalbare gordel zoeken die ook handig is bij wandeltochten. Ik vind het een fijne gordel voor trainingen waarbij de hond veel stukken losloopt maar heb hem ook gebruikt voor nachtwedstrijden omdat de accu van mijn hoofdlamp mooi in het zakje past.

Onderstaande canicrossgordel van Zero DC heeft een bredere band en is verder vergelijkbaar met de Multifunction Belt alleen in dit geval zonder zakje. Ik heb deze gordel niet getest dus kan alleen aannemen dat hij goed functioneert.



















Manmat
De gordel van Manmat die hieronder te zien is, verdeelt de krachten goed over je billen mits deze optimaal is afgesteld. Nadeel is dat de bandjes soms wat slijtage aan kleding veroorzaken en dat de bandjes via het kruis lopen waardoor (vooral bij mannen) het een en ander in de verdrukking kan komen als de bandjes iets te strak staan. Verder is de gordel goedkoop en sterk.















Gordels met een netje/broekje















Dit type gordel is verkrijgbaar van 3 verschillende merken: Gens de la montagne (op de foto's hierboven), Non Stop en Zero DC. Wij hebben de versie van Gens de la montagne, een Frans merk dat helaas in Nederland niet verkrijgbaar is. Bestellen via internet heeft als nadeel dat er niet gepast kan worden en dan is de keuze tussen maat S, M en L soms lastig. Onze ervaring is dat maat S alleen voor kinderen en heel tengere loopsters geschikt is en maat L voor de echte grote maten. Iedereen die daar tussen valt, kan het best een M bestellen. Wie wil passen, kan naar een wedstrijd in Belgie gaan (bij de BCF) waar meestal wel een aantal gordels te koop zijn.

Als de krachten goed verdeeld worden over de heupen en billen zit een netje erg prettig, maar daarvoor moeten de riempjes goed zijn afgesteld. Dat laatste is niet vanzelfsprekend omdat de krachten door de meeste gordels standaard hoog worden overgebracht en dus de onderrug belasten. In de normale positie komt de meeste trek bovenin en dus op je onderrug. De gordel kan worden bijgesteld door de bovenste riempjes een aantal keren door de beenbandjes te lussen.

Het model van Non Stop heeft een haak aan de buikzijde waar de riem aan moet worden bevestigd. Dit vind ik geen prettig systeem, de lijn kan niet meebewegen in bochten waardoor je als het ware aan je heupen de bocht in wordt getrokken. Daarnaast kan de lijn van de haak afschieten (bijvoorbeeld bij een val) waardoor je hond losraakt. Een ring die heen en weer kan meebewegen vind ik veel prettiger als bevestiging voor de lijn en als een paniekhaak verplicht is (bij sledehondenwedstrijden) kun je die altijd zelf monteren.

Het netje van Zero DC is vergelijkbaar met dat van Gens de la Montagne maar de nieuwste versie is hierop een verbetering. Deze is makkelijker af te stellen zodat je niet (of minder) hoeft te klussen en experimenteren om de juiste krachtverdeling te krijgen.
SPEEDY canicross belt - Skijor belts and Musher belts
Dit netje is verkrijgbaar in de maten S tot en met XL en bij verschillende winkels (webshops) in Nederland te koop.


Gordels met beenbandjes en extra buikband

Non Stop Running Belt



http://www.innerwolf.co.uk/media/catalog/product/cache/1/image/8b0c80d8bcca0845d54e56e0b09089e5/n/o/non_stop_running_belt.jpg














Deze gordel van Non Stop draagt erg prettig, de trekkracht komt mooi laag en hij is makkelijk in te stellen voor verschillende maten. Er is ook een versie voor kinderen/junioren maar bijna elke volwassene kan deze gordel gebruiken. Bij mij zouden de beenbandjes iets strakker mogen en voor mensen met dunne benen is het juniorenmodel misschien beter geschikt. De gordel draagt prima en veroorzaakt geen slijtage aan kleding (dure compressietights zijn nogal kwetsbaar). Van anderen hoor ik wel dat ze wat moeten wennen aan de lage trek of toch moeite hebben met het vinden van de juiste afstelling. Misschien is deze gordel dus niet voor iedereen ideaal, maar voor mij is hij bijna perfect. Enige nadeel is de wat hoge prijs en het zakje had wat groter gemogen. Met een sleutel, een duinkaart of ID-kaart en een poepzakje zit het al vol en een telefoon krijg je er moeilijk bij.
 
CaniX: dit is een model dat door een Italiaanse canicrosser wordt gemaakt. Het bijzondere is dat het elastiek al zit verwerkt in de heupgordel zodat je ook met een gewone lijn kunt canicrossen (als de wedstrijdleiding daar toestemming voor geeft). Nadeel is dat het elastiek vrij zwaar is en op en neer beweegt als je hond niet voldoende trekt. In de bochten worden je heupen ook bij deze gordel meegetrokken omdat de bevestiging op een vast punt in het midden zit, niet prettig. Laatste minpuntje is het 'inlegkruisje' dat tussen je benen zit om je kruis te beschermen, goed bedoeld maar bij een systeem zoals dat van de Non Stop gordel heb je dat allemaal niet nodig.
















Persoonlijke favorieten:
1 de Non Stop Running Belt
2 het netje van Gens de la Montagne, netjes staan wat minder mooi (luierbroekje effect) en mogelijke slijtage aan kleding. Netje van Zero DC heb ik niet getest maar waarschijnlijk een goed alternatief
3 de Zero DC Multi Function Belt (zonder alle frutsels)

Foto van een wat mij betreft minder geschikt type gordel waar de trek vrij hoog komt en je onderrug dus meer belast wordt. De lijn zit bovendien aan een vast punt bevestigd zodat je heupen mee worden getrokken in de bochten:




zondag 22 december 2013

Canicross: wat zijn de beste schoenen?



Deze vraag wordt nogal eens gesteld door beginnende canicrossers en is niet zo makkelijk te beantwoorden omdat passende schoenen nu eenmaal erg persoonlijk zijn. Een eerste vereiste bij canicrossen is een schoen met goed profiel omdat de ondergrond waar op gelopen wordt vaak drassig en glad is. Zonder hond kun je op een glad paadje nog rustig aan doen, maar als je flink wordt voortgesleurd is dat een ander verhaal. Spikes mogen niet worden gebruikt omdat je daarmee je hond kunt verwonden en op een glibberige rondje heb je met gewone schoenen een behoorlijke kans om uit te glijden. Je ziet dan ook regelmatig deelnemers finishen die onderweg een modderbad hebben genomen. Verder is het voor de snellere canicrossers van belang dat de schoen geschikt is voor hoge snelheden van soms meer dan 20 km/u en dus flexibel en licht van gewicht is. Dikke zolen lijken prettig om de schokken op te vangen maar maken de schoenen onnodig zwaar en lomp en verhogen de kans om door je enkels te gaan. Hoe dichter je voet bij de grond zit hoe beter (veiliger) maar de meeste echte barefootschoenen met dunne zolen bieden voor canicrossen weer te weinig grip en bescherming op gladde paden met stenen en boomwortels.

Tot voor kort waren speciale cross- of trailschoenen in Nederland nauwelijks te krijgen terwijl in Engeland al jaren trail- of fell-schoenen voor de meest extreme omstandigheden werden verkocht. Ik heb zo’n 25 jaar geleden al eens een paar Walsh-fellschoenen uit Engeland besteld wat overigens geen succes was omdat het een soort erg stijve voetbalschoenen bleken te zijn. Dankzij de hype van het trailrunnen hebben bij ons tegenwoordig ook steeds meer hardloopwinkels een aantal modellen in het assortiment. Hieronder volgt een overzicht van de schoenen die we de afgelopen 6 jaar voor het canicrossen hebben aangeschaft (de meeste modellen zijn online besteld en vaak uit Engeland), en enkele andere populaire modellen die we niet zelf hebben getest.

Inov-8
9 jaar geleden was Inov8 zo’n beetje het eerste merk trailschoenen dat in Nederland op de markt werd gebracht en dus werden dit de eerste schoenen die we speciaal voor het canicrossen kochten. Fred heeft zijn Roclite’s (340 gram bij maat 44,5) vooral gebruikt voor duurlopen en wandelingen omdat ze voor wedstrijden niet snel genoeg aanvoelden. Ze hebben uitstekende grip maar zijn wat stug in de afwikkeling voor een wedstrijdschoen. Ik had zowel een paar Roclite’s als het lichtste model op dat moment, de Mudroc, maar heb ze weinig gebruikt doordat de pasvorm voor mij niet ideaal was. 
Ondertussen zijn er veel nieuwe modellen van Inov8 bijgekomen die ideaal zijn voor canicrossers.

X-Talon 212 en 190 (de nummers geven het gewicht aan in maat 42)
Sinds begin 2014 heb ik de lichte X-Talon 212 (oranje/blauw) en Ruben loopt al wat langer op de nog lichtere X-Talon 190 (oranje). Het grootste verschil tussen deze 2 modellen is (behalve de kleur en het gewicht) dat de drop bij de 212 6 mm is en bij de 190 3 mm. Drop is het verschil in hoogte tussen voorvoet en hak, hoe lager hoe minimalistischer en hoe dichter je blote voeten benadert. Iemand die altijd op de voor/middenvoet landt, kan meestal goed overweg met een lage drop maar voor een haklander is dat vaak wat meer belastend voor de kuiten en achillespezen. Wie normaal met schoenen loopt die een drop van 10 mm of meer hebben, kan beter kiezen voor de 6 mm variant. Inmiddels heeft Fred de 212 ook aangeschaft en lopen we allemaal zeer tevreden op deze fantastische schoenen, de grip is perfect op de meest glibberige paadjes, er komt geen zand door het bovenwerk, ze blijven ook onder natte omstandigheden superlicht en de slijtage valt erg mee. Het rubber van de noppen is vrij zacht om ook op stenen goede grip te bieden en slijt daardoor wel wat sneller dan harder rubber. De veters zijn wat aan de gladde kant en zonder dubbele knoop willen ze nog wel eens loslaten. Verder heeft de schoen een erg soepele zool met weinig demping en geven ze weinig steun. Van de 212 bestaan 2 breedte modellen: standard fit en precision fit voor bredere en smallere voeten. Fred heeft de standard en ik heb nog genoeg ruimte in de precision. Er bestaat sinds kort ook een X-Talon 200 die tussen de andere 2 modellen in zit qua gewicht en een drop van 3 mm heeft, voor wie niet van oranje houdt is deze er in zwart/geel/rood.


Asics Fuji Fell Racer (230 gram in maat 39. 300 gram in maat 44,5)
Deze schoen is lekker licht en heeft een redelijk profiel, minder goed dan de X-Talons van Inov-8 maar voldoende om op de meeste parcoursen op de been te blijven. Het profiel slibt wat meer dicht waardoor je wat grip verliest en het gewicht toeneemt. Voor de duinen zijn ze minder geschikt omdat er vrij veel zand inkomt door de luchtige mesh bovenkant. Voor mensen die de Inov-8 te instabiel vinden is de Fell Racer een goed alternatief met een iets bredere basis en iets stuggere zool. Ze lijken qua afwikkeling meer op een 'gewone' schoen en hebben een wat hogere hiel (drop). Bij Fred begint de bovenkant al wat gaten te vertonen (zie foto), bij mij is nog geen slijtage te zien maar ik heb ze wat minder vaak gebruikt.















Nieuw van Asics is de Fuji Runnegade: veel profiel, 6 mm drop en een gewicht dat vergelijkbaar is met de Fell Racer. Extraatje is het materiaal dat de schoen boven de enkel omsluit zodat er geen steentjes naar binnen kunnen. Ze zijn te bestellen bij Zalando voor wie ze wil proberen:
 






Mizuno Wave Harrier
270 gram in maat 38,5 en 360 gram in maat 44,5 (unisex model)

Dit is de schoen waarop ik door de jaren heen de meeste canicrosskilometers op heb gemaakt (en Fred ook): een fijne trainingsschoen die licht en soepel genoeg is voor wedstrijden. Er zit een goed profiel onder dat nauwelijks slijt, zelfs niet als je regelmatig wat kilometers over asfalt meepikt. Het model is al jaren ongewijzigd en mijn eerste paar is na 5 jaar nog lang niet op. Het enige probleempje dat ik ermee heb gehad, is een ophoping van zand onder het laagje textiel dat over de zool zit. Als je opeens het gevoel krijgt dat ze een maat kleiner zitten, haal dan de inlegzool eruit en voel in de schoen of je een bobbel tegenkomt. De oplossing is simpel: je knipt het laagje textiel (dat verder geen functie heeft) uit de schoen en het zand kan weer weg. Dat er zand door het mesh bovenwerk heen komt is een minpunt als je zoals ik veel in de duinen en op het strand loopt, maar veel is het niet. Door de schoenen vooraf een beetje nat te maken of met gel in te smeren, kun je ze voor een strandcross nog redelijk zandvrij houden. Het profiel voldoet voor de meeste crossen uitstekend maar slibt soms dicht met klei en grond waardoor je tijdens het lopen minder grip krijgt en de schoen ook zwaarder wordt. De langste afstand die ik op mijn Harriers al canicrossend heb gelopen is 24 km met strand, duinen, sneeuw en ijs. Conclusie: een echt werkpaard dat lang mee gaat en meestal wel ergens voor weinig geld te bestellen is. Helaas wordt de schoen niet meer gemaakt en verwijst Mizuno naar de Hayate als opvolger

New Balance 101
240 gram in maat 42 (herenmodel)

Deze schoen werd door Ruben gebruikt en is een echte wedstrijdschoen die een stuk lichter en soepeler is dan de Harrier. Het profiel is iets minder grof maar voldoende voor de meeste omstandigheden al slibt het wel wat dicht met klei en aarde. De schoen neemt weinig vocht op en blijft licht aanvoelen, door het bovenwerk komt weinig zand binnen. Er zit geen uitneembaar binnenzooltje in. Naast het lichte gewicht is ook de prijs aantrekkelijk, prettig als je een schoen zoekt voor kinderen die er binnen een jaar uitgegroeid zijn.



Pearl Izumi Peak II
250 gram in maat 40 (damesmodel, valt erg klein)

Een heel comfortabele schoen met iets meer demping en toch heel licht. Het profiel is niet grof genoeg voor het echt gladde werk maar is voldoende voor niet al te natte bospaden. Ik vind dit een heerlijke schoen voor langere wedstrijden op droge paden (bijvoorbeeld tijdens de TDM bij de langere  afdalingen over harde paden in de bergen) en voor de langere duurlopen. Het bovenwerk laat weinig zand door. Het gekke is dat de (weg)wedstrijdschoen van Pearl Izumi, de Streak II een bovenwerk heeft dat helemaal geen zand doorlaat waardoor ik bij trainingen in de duinen en op het strand vaker voor die schoen (zonder profiel) kies. De langste afstand die ik met de Peak heb gelopen is 17,5 km (zwarte ronde in Castricum).

Icebug Acceleritas
185 gram in maat 39 (damesmodel)

Icebug is een Zweeds schoenenmerk dat in Nederland nog nauwelijks te krijgen is. Op dit moment zijn ze erg moeilijk te vinden (Amazon.de). Het is een superlichte schoen die ook nog eens heel veel profiel heeft en dus ideaal voor erg natte en glibberige omstandigheden. Het profiel slibt niet dicht zodat de zool na afloop van een modderig rondje op bijvoorbeeld het Mudmaster-parcours nog bijna helemaal geel is. De schoen neemt nauwelijks vocht op en laat geen zand door dus blijft licht, zelfs als je diep door de bagger moet. Verder kun je van zo’n lichte schoen geen steun verwachten en is er van demping ook weinig te merken. Zoals bij de meeste minimalistische schoenen (4mm drop) ontbreekt ook hier het binnenzooltje. Ik voelde mijn kuiten wel iets meer na mijn eerste wedstrijd op deze schoenen maar dit kun je in de trainingen rustig opbouwen.

Het is jammer dat de tong van de schoen niet wat langer is, ik moet mijn schoenen altijd zo hoog mogelijk doorveteren omdat mijn smalle hielen anders teveel op en neer kunnen bewegen. Bij deze schoen betekent dat dat de veters niet of nauwelijks op de tong rusten en dus in de bovenkant van mijn voet snijden. De veters zijn dan ook nog eens zo extreem dun dat dit echt niet comfortabel zit.


Uiteindelijk heb ik er een extra stuk tong ingenaaid van een oude Nike-wedstrijdschoen en dit lijkt goed te werken zodat ik er ook wat langere afstanden op kan lopen zonder dat het pijn gaat doen. Het zijn nu wel Nike-bugs geworden. Ik heb er ook maar een paar wat dikkere veters in gedaan omdat ik die dunne spaghettisliertjes niks vind. Het nut van die extreem dunne veters (die je ook terugvindt bij Salomon) ontgaat mij volledig, ze gaan eerder los, zitten niet lekker en snijden in je vingers bij het aansjorren.

Qua pasvorm lijken de Icebugs aan de smalle kant maar bij mijn (heel) smalle voeten passen er nog makkelijk extra zooltjes in en hou ik nog voldoende van de originele veters over voor drie knopen. Voor mensen met bredere voeten lijkt me de teenruimte wat aan de krappe kant. De neus loopt smal toe wat typerend is voor fell schoenen. In echte winterse omstandigheden met sneeuw en ijs doen ze het uiteraard uitstekend. Het profiel slijt iets te snel maar dat komt waarschijnlijk doordat ik ze niet alleen op modderige canicrossrondjes gebruik maar ook op het strand en in de duinen en er ook graag op wandel.


Update: De schoenen gaan helaas niet erg lang mee: de zolen van de Icebugs begonnen na 2 winters los te laten en moesten door de schoenmaker aan elkaar worden gelijmd en het profiel is al voor de helft verdwenen.

Montrail Rogue Fly
180 gram in maat 39








 




Een heerlijke schoen, even licht als de Icebugs, veel meer comfort en wat minder profiel. Door het gewicht is het een ideale wedstrijdschoen. Ze zitten en lopen erg fijn en zijn alleen niet geschikt als het erg nat/glad is en er meer dan 1 cm modder ligt. Tijdens de 16 km lange trail van Arleux glibberde ik regelmatig alle kanten uit. In de sneeuw deden ze het fantastisch en ook voor gras, duin en strand zijn ze heel geschikt al komt er wel een beetje zand door het bovenwerk. De kleine nopjes slijten gelukkig nauwelijks zodat ze waarschijnlijk best lang mee gaan.

Merrell Trail Glove
220 gram in maat 45 (herenmodel)

Door Fred aangeschaft als barefoot trailschoen maar niet echt geschikt voor canicrossen. De schoen heeft veel te weinig profiel waardoor je op de meeste paden niet veilig op hoge snelheid kunt canicrossen. Bovendien komt er heel veel zand door het bovenwerk zodat hij evenmin geschikt is voor een rondje door de duinen of op het strand. Wordt daardoor vooral gebruikt op kantoor en voor lunchwandelingen en daarvan slijt de Vibram zool al zo snel dat de levensduur nogal beperkt lijkt te zijn. Het is overigens een heel populaire schoen waar veel lopers probleemloos langere trails op lopen dus voor andere activiteiten dan canicrossen en door zand lopen is het ongetwijfeld een fijne schoen.

New Balance minimus
170 gram (damesmodel)

De minimus was mijn eerste minimalistische (barefoot) schoen en best lekker om een beetje op te crossen maar voor het echte werk zit er (veel) te weinig profiel onder en voel je stenen en boomwortels teveel door de zool heen.





Adidas Swoop
Deze schoen wordt helaas niet meer gemaakt maar is door het grove profiel, de soepele zool en het lichte gewicht erg geschikt voor canicrossen. In Engeland is er hier en daar nog een paar te krijgen voor belachelijk weinig geld. Fred heeft ze getest op een van de meest glibberig rondjes in de Haarlemmermeerse klei en was erg enthousiast over de grip.














Adidas maakt nog wel een aantal andere typen trailschoenen en een model dat veel gebruikt wordt bij het canicrossen is de Kanadia, vooral populair bij mensen met erg sterke honden. Dit model is wat zwaarder en stugger dan de eerder beschreven schoenen maar heeft een goed profiel (dat wel weer snel dichtslibt) en als extraatje een soort rembalkje aan de achterkant wat handig schijnt te zijn als je wilt voorkomen dat een hond van 40 kg er al voor het startschot met je vandoor gaat. Dit rembalkje slijt wel snel zodat Kanadia-liefhebbers wat vaker nieuwe schoenen nodig hebben. De schoen is niet duur en er bestaan ook Goretex-modellen van voor wie zijn voeten graag droog houdt. Adidas Kanadia:


  









Daarnaast is er nog de Adizero XT 4, een lichte trailschoen met een stevig profiel dus waarschijnlijk ook heel geschikt:













Salomon (niet getest):

Heel populair bij veel canicrossers zijn schoenen van het merk Salomon, met name de lichtere modellen zoals de Speedcross, de Fellraiser en de voor nog wat extremer omstandigheden ontworpen Fellcross (die ik graag zou testen maar nog niet voor een probeerprijs ben tegengekomen):





















Decathlon
Deze wedstrijdtrailschoen heeft een stevig profiel en is waarschijnlijk wel geschikt voor canicrossen: